chirurg [des chirurgen; die chirurgen] betekenis in Nederlands

Resultaten: chirurg
Ik zoek liever dit: chirurg [des chirurgen; die chirurgen]

Duits	Nederlands
der Chirurg [des Chirurgen; die Chirurgen] Substantiv	chirurgm heelmeesterm
die Chirurgie [der Chirurgie; die Chirurgien] Substantiv	chirurgiesubstantief heelkundesubstantief wondheelkundesubstantief

Duits

Nederlands

der Chirurg [des Chirurgen; die Chirurgen] Substantiv

die Chirurgie [der Chirurgie; die Chirurgien] Substantiv

chirurgiesubstantief

heelkundesubstantief

Zoek geschiedenis