Duits-Nederlands woordenboek »

ausstehen [stand aus; hat ausgestanden] betekenis in Nederlands

Resultaten: ausstehen
Ik zoek liever dit: ausstehen [stand aus; hat ausgestanden]
DuitsNederlands
ausstehen [stand aus; ist ausgestanden] Verb

doorstaanv

duldenv

hardenv

uithoudenv

uitstaanv

verdragenv