Duits | Nederlands |
---|---|
ausführlich [ausführlicher; am ausführlichsten] Adjektiv | ampelbijvoeglijk naamwoord gedetailleerdbijvoeglijk naamwoord inhetkleinbijvoeglijk naamwoord omstandigbijvoeglijk naamwoord rijpelijkbijvoeglijk naamwoord uitvoerigbijvoeglijk naamwoord |