dicţionar Olandez-German »

oude înseamnă în Germană

OlandezăGermană
stadhouder m

Woiwod

standhouden werkwoord

währen [währte; hat gewährt]Verb

standhouden v

dauern [dauerte; hat gedauert] (Akkusativ)Verb

steekhoudend bijvoeglijk naamwoord

triftig [triftiger; am triftigsten]Adjektiv

stiefouders m

die Stiefeltern [—; die Stiefeltern]Substantiv

stilhouden werkwoord

Halt machen

stilhouden v

anhaltenVerb

haltenVerb

stocken [stockte; hat/ist gestockt]Verb

stoppen [stoppte; hat gestoppt]Verb

verschweigenVerb

terughouden v

zurückhalten [hielt zurück; hat zurückgehalten]Verb

terughoudendheid substantief

die Abstinenz [der Abstinenz; —]Substantiv

die Enthaltung [der Enthaltung; die Enthaltungen]Substantiv

uithouden v

aushaltenVerb

ausstehen [stand aus; ist ausgestanden]Verb

austragenVerb

ertragen [ertrug; hat ertragen]Verb

vasthouden v

aufhalten [hielt auf; hat aufgehalten]Verb

haltenVerb

vasthoudend bijvoeglijk naamwoord

beharrlich [beharrlicher; am beharrlichsten]Adjektiv

vasthoudendheid v

Aushalten

Beharren

vasthoudenheid substantief

die Ausdauer [der Ausdauer]Substantiv

die Beharrlichkeit [der Beharrlichkeit; —]Substantiv

die Zähigkeit [der Zähigkeit; die Zähigkeiten]Substantiv

verblijfhouden v

verweilen [verweilte; hat verweilt]Verb

weilen [weilte; hat geweilt]Verb

verkoudenworden

sich erkälten

verouderd bijvoeglijk naamwoord

veraltet [veralteter; am veraltetsten]Adjektiv

verouderen v

veralten [veraltete; ist veraltet]Verb

voetbijstukhouden

audauern

voetbijstukhouden werkwoord

verharren [verharrte; hat verharrt]Verb

voetbijstukhouden v

aushaltenVerb

beharren [beharrte; hat beharrt]Verb

bestehen [bestand; hat bestanden]Verb

volhouden werkwoord

audauern

verharren [verharrte; hat verharrt]Verb

volhouden v

aushaltenVerb

beharren [beharrte; hat beharrt]Verb

3456

Istoricul cautarilor