dicţionar German-Olandez »

schließen [schloss; hat geschlossen] înseamnă în Olandeză

Rezultate: schließen
Prefer să caut asta: schließen [schloss; hat geschlossen]
GermanăOlandeză
schließen [schloss; hat geschlossen] Verb

afleidenv

afsluitenv

besluitenv

concluderenv

dichtdoenv

dichtmakenv

eengevolgtrekkingmakenv

opslotdoenv

redenerenv

sluitenv

toedoenv

anschließen [schloss an; hat angeschlossen] Verb

berichtenwerkwoord

bijvoegenv

mededelenv

meedelenv

toevoegenv

voortzeggenv

aufschließen [schloss auf; hat aufgeschlossen] Verb

ontsluitenv

ausschließen [schloss aus; hat ausgeschlossen] Verb

excommunicerenv

indebandoenv

ontlokkenv

slakenv

uitbrengenv

uitdrijvenv

uitenv

uithalenv

uitzonderenv

beschließen [beschloss; hat beschlossen] Verb

afmakenv

afsluitenv

beëindigenv

beslissenv

besluitenv

uitmakenv

voleindigenv

zichvoornemenv

einen Vertrag schließen

aangaanwerkwoord

afsluitenwerkwoord

contracterenwerkwoord

einschließen [schloss ein; hat eingeschlossen] Verb

bergenv

bevattenv

12