dicţionar German-Olandez »

herr [des herren, des herrn; die herren] înseamnă în Olandeză

Rezultate: herr
Prefer să caut asta: herr [des herren, des herrn; die herren]
GermanăOlandeză
der Herr [des Herr(e)n; die Herren] Substantiv

aanvoerder [aanvoerders]m

baasm

chefm

gebiederm

heerm

heerschapm

meneerm

mijnheerm

Herr und Frau

damesenheren

meneerenmevrouw

Herr vom Hause

heerdeshuizes

huisvaderm

herreichen Verb

aangevenwerkwoord

aanreikenwerkwoord

afdragenwerkwoord

doorbrengenwerkwoord

gevenwerkwoord

opbrengenwerkwoord

overbrengenwerkwoord

overgevenwerkwoord

toebrengenwerkwoord

toekennenwerkwoord

toereikenwerkwoord

verdrijvenwerkwoord

verlenenwerkwoord

die Herrin [der Herrin; die Herrinnen] Substantiv

bazinsubstantief

damesubstantief

meesteressubstantief

mevrouwsubstantief

herrisch [herrischer; am herrischsten] Adjektiv

gewendtebevelenbijvoeglijk naamwoord

herrlich [Komp.: herrlicher Sup.: am herrlichsten] (alte Rechtschreibung: am herrlichsten) Adjektiv

aangenaambijvoeglijk naamwoord

beeldschoonbijvoeglijk naamwoord

behaaglijkbijvoeglijk naamwoord

genoeglijkbijvoeglijk naamwoord

heerlijkbijvoeglijk naamwoord

kostelijkbijvoeglijk naamwoord

magnifiekbijvoeglijk naamwoord

plezierigbijvoeglijk naamwoord

prachtigbijvoeglijk naamwoord

die Herrschaft [der Herrschaft; die Herrschaften] Substantiv

autoriteitsubstantief

12