Germană | Olandeză |
---|---|
ergreifen [ergriff; hat ergriffen] (über +AKK) Verb | |
ergreifend Adjektiv | aangrijpendbijvoeglijk naamwoord emotioneelbijvoeglijk naamwoord ontroerendbijvoeglijk naamwoord roerendbijvoeglijk naamwoord zielroerendbijvoeglijk naamwoord |
herzergreifend | zielroerendbijvoeglijk naamwoord |