dicţionar German-Olandez »

fangen înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
fangen Verb

beetkrijgenv

beetnemenv

pakkenv

vangenv

vastpakkenv

vattenv

anfangen Verb

aanbindenv

aanbrekenv

aanvangenv

beginnenv

ingaanv

empfangen [empfing; hat empfangen] Verb

aannemenv

aanvaardenv

accepterenv

erkennenv

genietenv

krijgenv

ontvangenv

toucherenv

der Gefangener Substantiv

gedetineerdem

gevangenem

umfangen [umfing; hat umfangen] Verb

beslaanwerkwoord

omvattenwerkwoord

wegfangen [fing weg; hat weggefangen] Verb

kapenwerkwoord