dicţionar German-Olandez »

führen [führte; hat geführt] înseamnă în Olandeză

Rezultate: führen
Prefer să caut asta: führen [führte; hat geführt]
GermanăOlandeză
führen [führte; hat geführt] Verb

besturenv

brengenv

dewegwijzenv

dirigerenv

geleidenv

leidenv

mennenv

presiderenv

richtenv

rondleidenv

voerenv

voorzittenv

abführen [führte ab; hat abgeführt] Verb

afdrijvenv

laxerenv

purgerenv

anführen [führte an; hat angeführt] Verb

aanhalenwerkwoord

citerenwerkwoord

noemenwerkwoord

ausführen [führte aus; hat ausgeführt] Verb

bewerkstelligenv

doorvoerenv

exporterenv

nakomenv

nalevenv

totstandbrengenv

uitvoerenv

verrichtenv

vervullenv

verwezenlijkenv

voltrekkenv

ein Anschlag ausführen

aanrandenwerkwoord

eenaanslagplegenop

zichvergrijpenaan

ein Attentat ausführen

aanrandenwerkwoord

eenaanslagplegenop

zichvergrijpenaan

einführen [führte ein; hat eingeführt] (in +AKK) Verb

aanleggenv

binnenbrengenv

binnenleidenv

fittenv

inleidenv

12