Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

weg bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
weg

heen

overbijwoord

vandoorbijwoord

verwijderd

voortbijwoord

weg

der Weg [des Wegs, des Weges; die Wege] Substantiv

baanm

route [routes]m

wegm

wegbegeben

wegtrekkenwerkwoord

wegvallenwerkwoord

zichwegscheren

wegbringen

afleidenwerkwoord

afschaffenwerkwoord

eliminerenwerkwoord

latenafvloeien

opdoekenwerkwoord

uitmakenwerkwoord

verwijderen

wegdoenwerkwoord

wegleidenwerkwoord

wegvoerenwerkwoord

der Wegelagerer [des Wegelagerers; die Wegelagerer] Substantiv

roverm

wegen [+GEN]

bedillenwerkwoord

door

haarklovenwerkwoord

hetlastigmaken

inruilvoor

muggeziften

naaraanleidingvan

op

opgrondvan

uit

vanwege

vittenwerkwoord

voor

wegens

wegen nichts

nergensom

omgeenenkelereden

zomaarbijwoord

12