Angol-Holland szótár »

mall hollandul

AngolHolland
mall [malls] (enclosed shopping centre)
noun
[UK: mɔːl]
[US: ˈmɒl]

winkelcentrumsubstantief
{n}

mallard [mallards] (a common and widespread dabbling duck, Anas platyrhynchos)
noun
[UK: ˈmæ.lɑːd]
[US: ˈmæ.lərd]

wilde eendsubstantief
{f}

malleability (the quality or state of being malleable)
noun
[UK: ˌmæ.lɪə.ˈbɪ.lɪ.ti]
[US: ˌmæ.liə.ˈbɪ.lə.ti]

buigzaamheidsubstantief

smeedbaarheidsubstantief

wendbaarheidsubstantief

malleable (able to be hammered into thin sheets)
adjective
[UK: ˈmæ.lɪəb.l̩]
[US: ˈmæ.liəb.l̩]

hamerbaarbijvoeglijk naamwoord

smeedbaarbijvoeglijk naamwoord

malleable (liable to change)
adjective
[UK: ˈmæ.lɪəb.l̩]
[US: ˈmæ.liəb.l̩]

beïnvloedbaarbijvoeglijk naamwoord

kneedbaarbijvoeglijk naamwoord

malleate (to beat into shape with a hammer)
verb

behamerenwerkwoord

hamerenwerkwoord

smedenwerkwoord

uithamerenwerkwoord

mallow [mallows] (any of a group of plants in several genera of the taxonomic family Malvaceae)
noun
[UK: ˈmæ.ləʊ]
[US: ˈmælo.ʊ]

kaasjeskruidsubstantief
{n}

abnormally (In an abnormal manner)
adverb
[UK: æb.ˈnɔːm.li]
[US: æb.ˈnɔːr.mə.li]

abnormaalbijwoord

formally (in a formal manner)
adverb
[UK: ˈfɔːm.l̩.i]
[US: ˈfɔːrm.l̩.i]

formeelbijwoord

informally (in an informal manner)
adverb
[UK: ɪn.ˈfɔː.mə.li]
[US: ˌɪn.ˈfɔːr.mə.li]

informeelbijwoord

is there a smaller size (is there a smaller size?)
phrase

is er een kleinere maat?phrase

marsh mallow (Althaea officinalis)
noun
[UK: ˈmɑːʃ.ˈmæ.ləʊ]
[US: ˈmɑːʃ.ˈmæ.ləʊ]

heemstsubstantief

marshmallow [marshmallows] (confectionery)
noun
[UK: mɑːʃ.ˈmæ.ləʊ]
[US: ˈmɑːrʃ.ˌmelo.ʊ]

marshmallow [marshmallows]substantief
{m}

normally (in the expected or customary manner)
adverb
[UK: ˈnɔː.mə.li]
[US: ˈnɔːr.mə.li]

gewoonbijwoord

normally (under normal conditions or circumstances; usually; most of the time)
adverb
[UK: ˈnɔː.mə.li]
[US: ˈnɔːr.mə.li]

normaalbijwoord

normaal gesprokenbijwoord

normaal gezienbijwoord

normalerwijzebijwoord

normaliterbijwoord

small [smaller, smallest] (not large)
adjective
[UK: smɔːl]
[US: ˈsmɒl]

kleinbijvoeglijk naamwoord

minuscuulbijvoeglijk naamwoord

nietigbijvoeglijk naamwoord

small [smaller, smallest] (young)
adjective
[UK: smɔːl]
[US: ˈsmɒl]

jongbijvoeglijk naamwoord

small beer (something of little importance)
noun
[UK: ˈsmɔːl.bɪə]
[US: ˈsmɔːl.bɪə]

klein biersubstantief

small caps (font variant)
noun
[UK: smɔːl kæps]
[US: ˈsmɒl ˈkæps]

kleinkapitaalsubstantief

small fry (things or people of little importance)
noun
[UK: smɔːl fraɪ]
[US: ˈsmɒl ˈfraɪ]

klein biersubstantief
{n}

small hours (very early morning)
noun
[UK: smɔːl ˈaʊəz]
[US: ˈsmɒl ˈaʊərz]

kleine uurtjessubstantief
{Pl}

small intestine [small intestines] (upper part of the intestine)
noun
[UK: smɔːl ɪn.ˈte.stɪn]
[US: ˈsmɒl ˌɪn.ˈte.stən]

dunne darmsubstantief
{m}

small pica (size of type)
noun
[UK: smɔːl ˈpaɪk.ə]
[US: ˈsmɒl ˈpaɪk.ə]

dessendiaansubstantief

mediaansubstantief

Rheinländersubstantief

small screen (broadcast or cable television screen)
noun

kleine schermsubstantief
{n}

small talk (idle conversation)
noun
[UK: smɔːl ˈtɔːk]
[US: ˈsmɒl ˈtɔːk]

koetjes en kalfjessubstantief
{Pl} {n}

12

Korábban kerestél rá