Angol-Holland szótár »

iff hollandul

AngolHolland
stiff [stiffer, stiffest] (figuratively: of policies and rules and their application and enforcement)
adjective
[UK: stɪf]
[US: ˈstɪf]

inflexibelbijvoeglijk naamwoord

stiff [stiffer, stiffest] (of an object, rigid, hard to bend, inflexible)
adjective
[UK: stɪf]
[US: ˈstɪf]

rigidebijvoeglijk naamwoord

stijfbijvoeglijk naamwoord

stugbijvoeglijk naamwoord

stiff-necked (stubborn)
adjective
[UK: stɪf ˈnekt]
[US: stɪf ˈnekt]

hardnekkigbijvoeglijk naamwoord

stiffness [stiffnesses] noun
[UK: ˈstɪf.nəs]
[US: ˈstɪf.nəs]

Stijfheidsubstantief

tariff [tariffs] (duties imposed)
noun
[UK: ˈtæ.rɪf]
[US: ˈte.rəf]

douanerechtsubstantief
{n}

tariefsubstantief
{n}

tariff barrier noun

tolmuursubstantief

Tibetan Mastiff noun
[UK: tɪ.ˈbet.n̩ ˈmæ.stɪf]
[US: tə.ˈbet.n̩ ˈmæ.stəf]

Tibetaanse mastiffsubstantief
{m}

time difference (difference of time between measurements)
noun
[UK: ˈtaɪm ˈdɪ.frəns]
[US: ˈtaɪm ˈdɪ.fə.rəns]

tijdsverschilsubstantief
{n}

whiff [whiffs] (brief, gentle breeze; light gust of air, see also: waft)
noun
[UK: wɪf]
[US: ˈwɪf]

ademsubstantief

vlaagsubstantief

vleugsubstantief

zuchtjesubstantief

whiff (having a strong or unpleasant odour)
adjective
[UK: wɪf]
[US: ˈwɪf]

geurigbijvoeglijk naamwoord

sterk van geurbijvoeglijk naamwoord

whiff [whiffs] (short inhalation or exhalation of breath)
noun
[UK: wɪf]
[US: ˈwɪf]

teugsubstantief
{c}

treksubstantief
{m}

whiff (to breathe in or sniff (an odour), see also: smell)
verb
[UK: wɪf]
[US: ˈwɪf]

ruikenwerkwoord

snuivenwerkwoord

whiff (to carry or convey (something) by, or as by, a whiff or puff of air, see also: blow; puff; waft)
verb
[UK: wɪf]
[US: ˈwɪf]

geurenwerkwoord

yiff (sound a fox makes)
noun

blaffensubstantief

wafsubstantief

woefsubstantief

yiff (to have sex)
verb

seks hebbenwerkwoord

123

Korábban kerestél rá